De zwerfkattenorganisaties
Of een zwerfkattenorganisatie voor verwilderde zwerfkatten jaarlijks tien of tweeduizend zwerfkatten helpt, de basis van elke organisatie is passie en professionaliteit. Passie om het vaak emotioneel, fysiek zware en moeilijke werk te kunnen doen en professionaliteit om het op een goede manier te doen. Het runnen van een zwerfkattenorganisatie is veelzijdig en veeleisend. Er zijn altijd zorgen rondom het welzijn van de zwerfkatten en -kittens qua gezondheid, leefomstandigheden en toekomstmogelijkheden. Er zijn altijd financiële uitdagingen om de begroting rond te krijgen omdat er altijd meer te doen is dan er mogelijkheden, mensen en middelen zijn. Het dagelijks terugkerende vele schoonmaak- en desinfectiewerk is noodzakelijk om besmetting tussen de opgevangen zwerfkatten onderling te voorkomen en een opvang en ambulance met alle middelen kan niet hygiënisch genoeg zijn.
Wat een zwerfkattenorganisatie ook doet, er lijken altijd wel klachten te zijn omdat er iemand het niet met de werkwijze eens is of omdat er toch nog overlast is van die verwilderde zwerfkat. En op social media zijn altijd wel mensen die het veel beter weten dan de organisatie die keihard werkt in de praktijk….
Verwilderd of niet?
Om de beste werkwijze voor de specifieke kat uit te kunnen voeren, is het essentieel om te weten of het om een tamme zwerfkat gaat of om een schuwe zwerfkat. Een schuwe zwerfkat kent verschillende gradaties van schuw zijn van enigzins verwilderd tot een wilde zwerfkat qua gedrag naar mensen.
Een eenvoudig onderscheid of een zwerfkat tam (en dus voor het gebruikelijke asielcircuit) of schuw (en dus voor een zwerfkattenorganisatie gespecialiseerd in het opvangen van schuwe zwerfkatten) is, is de methode van vangen. Als een zwerfkat zich laat aanhalen, kopjes geeft, graag het eten in jouw bijzijn opeet en op te tillen is, hebben we te maken met een tamme zwerfkat. Deze zwerfkat kan overigens wild lijken als hij wordt opgesloten in een vangkooi of vervoersbox. Als een zwerfkat buiten handbereik blijft en hij kan alleen maar gevangen worden met een vangkooi, dan hebben we te maken met een verwilderde zwerfkat. Het gedrag van de zwerfkat in een vangkooi is vaak misleidend in de bepaling of een zwerfkat tam of schuw is. De grootste schootkat kan een wilde zwerfkat lijken in een vangkooi en de meest verwilderde zwerfkat kan een rustige zwerfkat lijken doordat hij bevroren is van angst. Pas na een paar dagen observatie van de zwerfkat in de opvang kan de mate van verwilderdheid van de zwerfkat bepaald worden. Een kat is pas na twee weken – ook bepaald door zijn karakter – zichzelf en laat zijn ware ik zien. Tekenen dat een kat gesocialiseerd is op mensen zijn knipogen (wat in de katse taal betekent: ik heb geen kwaad in de zin), je aankijken (en niet langs je kijken), miauwen naar je (alleen op mensen ingeprente katten miauwen naar mensen als aangeleerd gedrag), naar je toe komen (of naar de deur of het gaas in een opvanghok komen), zich laten zien (en niet zich proberen te verschuilen achter een kattenbak of ander obstakel), eten in je bijzijn (een schuwe kat zal alleen ’s nachts eten in je afwezigheid) en kopjes geven.
TNRC-vangacties
Er zijn verschillende manieren om verwilderde zwerfkatten te helpen. De meeste organisaties werken op meldingen van bewoners of mensen die een zwerfkat/zwerfkatten zien en zich zorgen maken om hun gezondheid. Mensen die klagen over overlast van zwerfkatten zijn net zo waardevol om aan meldingen te komen voor een organisatie als mensen die de zwerfkatten willen helpen. Stichting Zwerfkatten Nederland staat voor TNRC-vangacties: trap (vangen) – neuter (neutraliseren oftewel castreren) – return of relocate (terugplaatsen of herplaatsen) – care (monitoring). De R werd in het verleden vooral uitgelegd als het terugplaatsen van zwerfkatten op de vangplek. Dat is nog steeds een goede optie, mits de zwerfkat na het terugzetten gemonitord wordt door iemand die in de buurt woont (vaak de melder). Elke zwerfkat hoort na opvang geobserveerd te worden op eventuele mogelijkheden van resocialisatie. Als een zwerfkat nog niet te lang aan zijn lot is overgelaten, kan het sociale gedrag op mensen terugkomen. Als een zwerfkat geresocialiseerd kan worden, verdient de zwerfkat een tweede thuis binnenshuis of een buitenplek waar hij de vrijheid heeft en toch verzorgd wordt met eten en een schuilplek. Het observeren of een zwerfkat geresocialiseerd kan worden, dient binnen een week te gebeuren. Het opgesloten houden van een niet-resocialiseerbare zwerfkat is zeer stressvol voor een verwilderde zwerfkat en dient voorkomen te worden. De chronische stress van een opgesloten verwilderde zwerfkat, maakt de zwerfkat ziek en is dierenleed. Bij alle vangacties hoort periodiek monitoring (care): het blijven volgen van een kattenpopulatie zodat enerzijds veterinaire hulp kan worden gegeven aan gewonde en zieke zwerfkatten en anderzijds het op tijd wegvangen van nieuwe aanwas of bij de vorige vangactie nog niet geholpen zwerfkatten. Door een vangplek op deze wijze bij te houden, wordt voorkomen dat nieuwe zwerfkatten verder verwilderen. Het op tijd wegvangen van deze katten maakt de kans op herplaatsing van de zwerfkatten mogelijk. Kittens kunnen voor hun 12e a 16e week gesocialiseerd worden en alsnog een thuis krijgen.